Het vier deuren en veertig treden-principe (Turks: 4 Kapı 40 Makam) betreft een (islamitisch) spiritueel-esoterische verhandeling van de 13e-eeuwse soefi-meester, mysticus en alevitische heilige Hadji Bektasj Veli. Het wordt vaak ook beschreven als de zuilen van het Alevitisme en wordt o.a. uitgelegd in zijn Makalat of Maqalat-i Haci Bektas Veli (Engels: The Maqālāt (Conversations) of Hajji Bektash Veli : four gates-forty stations : the stages of spiritual journey).
In deze verhandeling beschrijft Hadji Bektasj Veli welke plichten en stadia een individu moet doorlopen om het niveau van Insan-i Kamil (een perfect mens volgens de islam) te bereiken en om het denkbeeldige gordijn tussen het waarneembare en het onwaarneembare, tussen de mens en de Waarheid op te heffen. Deze verhandeling is neergelegd in en maakt deel uit van zijn 13e-eeuwse werk Makalat. De 4 deuren zouden oorspronkelijk afkomstig zijn van Mohammed, doorgegaan via Ali en de Ahl al-Bayt-bloedlijn (de familie van Mohammed) en uiteindelijk in zijn huidige vorm zijn samengesteld door Ahmed Yasawi, die het weer doorgaf aan Hadji Bektasj Veli. Alle 40 treden zouden verbonden zijn aan verzen uit de Koran.